Het unieke karakter van Kaapstad
Klik hieronder om de PDF versie van het originele artikel te zien met daarin ook foto's.
Klik hieronder om de PDF versie van het originele artikel te zien met daarin ook foto's.
Europese accenten in een Zuid-Afrikaans decor
Wandelen door Kaapstad werkt bevreemdend voor Nederlanders. Iedereen die deze kustplaats bezoekt, weet zich duizenden kilometers van huis, maar tegelijkertijd zijn er veel herkenningspunten. Dat begint natuurlijk al met de taal: van de elf(!) officiële talen die in dit enorme land worden gesproken, is het Afrikaans hier de voornaamste voertaal. En uiteraard zijn er de nodige verschillen met het hedendaagse Nederlands, maar toch is het Afrikaans gemakkelijk te verstaan en te lezen. In die zin voelt deze stad aan als een ‘overzees gebiedsdeel’, wat het natuurlijk ook lange tijd is geweest.
Er is geen ontkomen aan: Kaapstad heeft ontegenzeggelijk veel Nederlandse aspecten. Geen wonder, want de huidige miljoenenstad werd ruim 350 jaar geleden door een Nederlander gesticht: Jan van Riebeeck. Deze exponent van de beroemde en beruchte VOC kreeg als opdracht een verversingspost te stichten nabij Kaap de Goede Hoop en dat deed hij – samen met 90 andere kolonisten - met verve. Hij liet tuinen aanleggen voor de teelt van groente en fruit en dwong de lokale Khoikhoi-stammen (die door de Nederlanders steevast werden aangeduid als ‘Hottentotten’) tot ruilhandel om vlees te verkrijgen. De huizen in Fort Duijndorp, zoals de nederzetting toentertijd heette, werden logischerwijs in Hollandse stijl opgetrokken en vele daarvan zijn tot op de dag van vandaag overeind gebleven.
Britse overheersing
Hoewel de kern duidelijke Nederlandse ‘roots’ heeft, heeft Kaapstad onmiskenbaar de tekenen van de Britse overheersing. Huizen en gebouwen in Victoriaanse stijl vinden we in bijna elke straat. Het faillissement van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie aan het einde van de achttiende eeuw en de Fransgezinde regering die ons land in die jaren kreeg, vormden voor de Britten aanleiding genoeg om de strategisch belangrijke Kaapkolonie in te pikken. De oorspronkelijke kolonisten, die als ‘Boeren’ bekend stonden, ervoeren de Britse overheersing als onderdrukking en trokken steeds verder het achterland in. Tot hun grote voldoening werd daar korte tijd later goud en diamant gevonden, waardoor het economische zwaartepunt van de Kaap naar het Witwatersrandgebied werd verplaatst. Na veel intern gerommel – de Boerenoorlogen – kwam Zuid-Afrika pas los van het Britse Rijk in 1961. De aanleiding voor die zelfstandigheid was – hoe ironisch – de Britse veroordeling van het gehanteerde systeem van apartheid. Hoewel die roerige tijden inmiddels ver achter ons liggen, zijn de jammerlijke gevolgen van dat verfoeide systeem nog altijd te merken. Zuid-Afrika mag dan ondertussen zijn uitgegroeid tot een volwaardige democratie en tot het rijkste Afrikaanse land; niet iedereen heeft van die ontwikkeling naar behoren geprofiteerd. De immense sloppenwijken die deze stad omgeven zijn daarvan beschamende getuigen.
Waterfront
Dat neemt allemaal overigens niet weg dat dit land en deze stad forse stappen in de goede richting hebben gezet. Het centrum van Kaapstad floreert als nooit tevoren en kan ook moeilijk anders dan als ‘aantrekkelijk’ worden beschreven. Dat geldt misschien nog wel het meest voor de Victoria & Albert Waterfront, het levendige en kleurrijke gebied rondom de haven. Hier wemelt het van de terrassen en wordt de sfeer aanmerkelijk verlevendigd door straatmuzikanten die, op wisselend niveau, hun repertoire ten gehore brengen. En het kan zijn dat we op de ene straathoek worden vergast op heuse dixielandklanken, terwijl even verderop de beroemde aria Nessun Dorma wordt ondersteund door Afrikaanse ritmes. Hetgeen overigens in het geheel geen afbreuk doet aan het enthousiasme van de luisteraars.
Midden in dit fleurige stadshart ontdekken we Emily’s, het befaamde restaurant van de nog befaamdere cuisinier Peter Veldsman. Hij hanteert het motto: ‘never trust a skinny chef’ en gezien zijn niet onaanzienlijke postuur kunnen we daar blind op vertrouwen. Hij heeft ook recht van spreken, want niet alleen verschenen er maar liefst tien boeken van zijn hand maar hij wordt ook internationaal gezien als dé pleitbezorger van de Zuid-Afrikaanse keuken. En die titel draagt hij vol enthousiasme, getuige de variëteit en de kwaliteit van de gerechten die hij laat serveren. Emily’s chefkok is sinds jaar en dag Johan Odendaal, de zakenpartner van Veldsman. Hij neemt na afloop van de maaltijd onze complimenten glimlachend in ontvangst om daarna te verklaren dat het allemaal ‘niet zo bijzonder is geweest’. Wij weten wel beter.
Tafelberg
Eenmaal van tafel worden we naar een absolute ‘must see’ van Kaapstad geloodst: de Tafelberg. Deze afgeplatte bergmassa rijst meer dan 1.000 meter boven de stad en kan met goed fatsoen uitsluitend per kabelbaan worden bedwongen. Daartoe moet de schrijver dezes wel zijn hoogtevrees overwinnen. Eenmaal binnen in de gondel, blijkt deze tot overmaat van ramp ook nog rond te draaien zodat de passagiers naar alle zijden een spectaculair uitzicht wordt geboden. Trillend bovengekomen blijkt deze kwelling alleszins de moeite waard, want het panorama is ronduit adembenemend.
De meer dan logisch klinkende naam ‘Tafelberg’ dankt deze berg aan haar eerste Europese bedwinger, de Portugees Antonio de Saldanha. Deze besteeg de steile hellingen reeds in 1503 – dus ruim voordat Jan van Riebeeck de kolonisatie van de Kaap ter hand nam – en onderstreepte zijn aanwezigheid op die hoogte door een groot kruis in de rotsformatie van de belendende Lion’s Head te krassen. Aandachtige toeschouwers kunnen dat kruis overigens heden ten dage nog altijd zien.
Vanaf deze plek heeft men ook een goed uitzicht op het beruchte Robbeneiland. Hier zaten Nelson Mandela (gevangene nummer 46664) en andere kopstukken van het ANC jarenlange gevangenisstraffen uit omdat ze een al dan niet gewapende strijd voerden tegen het verfoeide apartheidsregime. Aan de wantoestand kwam een einde in 1991, toen Mandela in vrijheid werd gesteld en aan de hand van zijn toenmalige vrouw Winnie triomfantelijk het Zuid-Afrikaanse vasteland betrad. De televisiebeelden van die gebeurtenis staan gegrift in ons collectieve geheugen.
De afdaling van de Tafelberg blijkt een even grote aanslag op de zenuwen als de weg naar boven. Geen wonder dus dat we ons even later bij een terrasje laten afzetten en de opgebouwde spanning laten wegvloeien met een lavend glas bier. Vanzelfsprekend wordt ons verblijf op dit zonnige terras luister bijgezet door straatmuzikanten in een heuse jazz-opstelling die diverse stukken uit het repertoire van Louis Armstrong ten gehore brengen. De leider van de band wil – uiteraard tegen een bovenmatige geldelijke bijdrage – zijn gelijkenis met ‘Satchmo’ best onderstrepen door middel van een snerpende solo en onze fotograaf grijpt direct zijn kans: Chicago op het zuidelijk halfrond!
Kaap de Goede Hoop
Uiteraard willen we ook een bezoek brengen aan Kaap de Goede Hoop. Een plek waar Nederlanders historie schreven en die van oudsher is verbonden met de Vereenigde Oost-Indische Compagnie. En dus tuffen we naar het zuiden en bereiken we na korte tijd het besloten natuurpark dat de Kaap omgeeft. Waarschuwingsborden maken ons attent op de brutale bavianen die menen dat zij de oudste rechten hebben op deze zuidelijke punt van Afrika. Die waarschuwingen worden overigens niet voor niets gegeven, bevestigt onze chauffeur. De bavianen zijn constant op zoek naar voedsel en schromen niet om fototoestellen, filmkoffers en handtassen buit te maken. Waarna de eigenaar mag hopen dat hij zijn bezittingen weer in goede orde terugkrijgt. Een lijfelijke strijd om de eigendommen valt niet aan te raden: de relatief kleine apen blijken over een verbluffende kracht te beschikken en aarzelen niet om zich te verweren met hun meer dan imponerende gebit. We zijn dus op onze hoede.
Kaap de Goede Hoop wordt overigens ten onrechte beschouwd als de meest zuidelijke punt van Afrika en als overgang tussen de Atlantische en de Indische Oceaan. Dat is Kaap Agulhas, ongeveer 200 kilometer oostelijker gelegen. Niettemin is de verwarring begrijpelijk, want de ontdekker van deze kaap, de Portugees Bartolomeus Diaz meenden hier de plek te hebben gevonden vanwaar in oostelijke richting verder kon worden gevaren richting Indië. Hij noemde dit punt aanvankelijk Cabo Tormentosos (Kaap der Stormen), maar de Portugese koning verkoos de huidige naam. ‘Kaap der Stormen’ was echter bepaald niet slecht gevonden, want het kan hier behoorlijk spoken. Ook op een zonnige dag als deze wordt duidelijk dat de stromingen voor de kust verraderlijk zijn en dat de vele rotsformaties net boven en vooral onder water een voortdurend risico zijn. En bovendien is er continu het gevaar van de plotseling opkomende mist. Als bij toverslag is plotseling het zicht uitermate beperkt, waarna diezelfde mist even snel kan verdwijnen. Die korte of langere perioden van beperkt zicht, bleken in vroeger dagen voldoende om talloze schepen in peilloze problemen te brengen. Je kunt op deze plek moeilijk anders dan bewondering opbrengen voor de onverschrokken zeelieden die in de tijd van houten schepen en ijzeren kerels met beperkte middelen dergelijke lange zeereizen maakten en onderweg talloze gevaren trotseerden. Overigens was de zeevaart in die vervlogen dagen een flink stuk minder romantisch dan bovenstaande doet vermoeden. De bemanning bestond vaak uit ‘hele en halve’ criminelen, die de keuze hadden tussen óf de gevangenis in, óf aan boord gaan. Die merkwaardige mix zal bepaald niet voor een romantische sfeer hebben gezorgd.
Eenmaal terug in Kaapstad – de avond is intussen gevallen – blijkt de lunch van Emily’s inmiddels zijn voedende taak te hebben volbracht. En dus gaan we zo langzamerhand op zoek naar een aantrekkelijk restaurant. We wandelen nogmaals een eindje in de omgeving van de ‘Waterfront’ en genieten van de aangename temperatuur en de relaxte sfeer. En plotseling realiseren we ons dat Kaapstad weliswaar Nederlandse kenmerken draagt, maar dat het tegelijk een volstrekt Zuid-Afrikaanse stad is. De decennialange overheersingen van diverse mogendheden hebben gelukkig de ontwikkeling van een geheel eigen karakter niet gedomineerd. Kaapstad is – zoals alle vooraanstaande internationale steden – volstrekt uniek.