Free State kent meerdere bevolkingsgroepen. De inheemse bewoners van de
provincie zijn het San-Volk. Zij bewoonden jarenlang het zuidelijke deel
van Afrika maar werden door verschillende stamen naar Zuid-Afrika
verdreven. Later zouden kolonisten uit Nederland, Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk de San naar het binnenland van Free State drijven.
San volk - Bosjesmannen
Het
San-volk zijn de inheemse bewoners van Free State en staan ook bekend
als Bosjesmannen of Khoikhoi. De Bosjesmannen kenden een gebarentaal die
zij gebruiken voor de jacht. In Free Sate zijn nog steeds
rotstekeningen te vinden die afbeeldingen bevatten van wilde dieren.
Omdat de Bosjesmannen nomanden en jagers waren pasten zij zich altijd
aan de natuur aan, er zijn op de rotstekeningen na dan ook geen sporen
van hen te vinden.
Ongeveer 5.000 jaar geleden gingen de
Bosjesmannen vee telen en de jagers werden langzamerhand herders.
Hierdoor ontstond een eerste vorm van welvaart, waarna permanente
nederzettingen en stamhoofden ontwikkeld werden.
Voor de San worden
verschillende namen gebruikt, zij worden ook wel Hottentotten of
Bosjesmannen genoemd. De naam San werd hen gegeven door het oeroude volk
van de Khoikhoi (Hottentotten). Khoikhoi zijn verwant aan de San, en
waren veetelende Hottentotten. De San waren jagende Bosjesmannen die
uiteindelijk dus San werden genoemd.
Khoikhoi betekend zoveel als
'de echte mensen' en San betekend in de taal van de Nama
(bevolkingsgroep uit Namibia) buitenlander of vreemdeling. Aangezien zij
zich geen vreemden voelen in hun eeuwenlange leefgebieden prefereren de
San de naam Bosjesmannen. Westerlingen beschouwen deze term als
politiek incorrect waardoor het volk nog steeds San wordt genoemd.
Door
huwelijken tussen de Hottentotten en Bosjesmannen vermengde de San zich
met de Khoikhoi en het werd moeilijk om beide groepen van elkaar te
onderscheiden. Sindsdien werden de volken samen Khoiksan genoemd. Zij
leefden in kleine groepen of families en hadden geen besef van
eigendomsrecht. Door de komst van het Bandu volk werden de San opgejaagd
naar de binnenlanden van het land. Van de miljoenen San die vredige
gemeenschappen vormden bleven maar honderduizend over. Zij leven in
kleine groepen en spreken in gebarentaal en een kliktaal.
Koloniaal
Tussen
1830 en 1850 emigreerden blanke, Zuid-Afrikaanse boeren uit de door de
Britten veroverde Kaapkolonie naar het gebied rond de Oranjerivier. In
1842 stichten zij onder de naam Voortrekkers tussen de Oranjerivier en
de Vaalrivier de Oranje Vrijstaat. Deze kolonie bleef niet lang
zelfstandig. In 1848 werd de Vrijstaat geannexeerd door het Verenigd
Koninkrijk.
De macht van de Britten duurde echter ook niet lang,
al in 1854 werd Vrijstaat onafhankelijk verklaard door de ondertekening
van het Contract van Bloemfontein. Hoewel Oranje Vrijstaat een politiek
en economisch sterke republiek was bleef de republiek problemen houden
met het Verenigd Koninkrijk.
De Britten vochten tussen 1877 en
1902 tegen Nederlandse en Duitse kolonisten die daar als boeren
gevestigd waren. Deze strijd staat bekend als de Boerenoorlogen. De
Boeren leken succesvol te zijn; zij wonnen de Eerste Boerenoorlog. Nadat
er in 1900 versterking arriveerden lukten het de Britten om aan de
macht te komen in Zuid-Afrika. In dat jaar veroverden zij de steden
Bloemfontein en Pretoria, de hoofdsteden van Oranje Vrijstaat en
Transvaal.
In 1902 gaven de laatste boeren zich over, waarmee de
oorlog eindigde. Er werd een overeenkomst gesloten waarbij de Boeren 3
miljoen pond ontvingen ter compensatie van de kolonisatie. Ook werd hen
beloofd dat ze ooit zelfbestuur zouden krijgen. Door deze overeenkomst
werd Oranje Vrijstaat in 1910 een provincie van de Unie van Zuid-Afrika.
In Bloemfontein, de hoofdstad van de provincie, werd de rechtgevende
macht van de Unie gevestigd. De regering vestigde zich in Pretoria en
het parlement in Kaapstad.
Huidige bevolking
Free State
huisvest ongeveer 2,9 miljoen mensen. Tegenwoordig heeft het grootste
gedeelte van de bevolkinsgroep, 88,8%, een zwarte huidskleur, 8.8% van
de bevolking is blank. De bevolking bestaat grotendeels uit Afrikanen en
Sotho. Dit zijn ook de meest gesproken talen in Free State. De Sotho
huizen vormen een uniek kenmerk van de provincie, vanwege de kleurrijke
beschilderingen.
De bevolking leeft van landbouw, veeteelt en
mijnindustrie. De belangrijkste exportproducten van het land zijn soja,
aardappelen, asperges, kersen, en zonnebloemen.